Geen reclame meer, hoera! Of toch niet?
Onder het motto: ‘Reclame hoort niet bij een Publieke Omroep’, is het voornemen om in vijf jaar tijd geen reclames meer uit te zenden op NPO. Een nobel streven, maar wel een waarbij er een gepeperde rekening terecht komt bij de belastingbetaler en een streven het de NPO extra moeilijk maakt om kijkcijfers te scoren.
Meer geld vanuit Den Haag
Extra geld vanuit de overheid om de gemiste reclame inkomsten op te vangen, is bijna zeker nodig als er niet meer geadverteerd mag worden tijdens de top programma’s. De kosten komen daarmee terecht bij de belastingbetaler. Er zou bijna gesteld kunnen worden dat wij als Nederland een wel heel duur video abonnement afsluiten. Misschien was het model van Spotify – waarbij je zelf kunt kiezen om een premium versie te nemen – om geen reclame meer te horen tussen je nummers, wel een betere uitkomst geweest voor de belastingbetaler.
Sterrenslag
Al vele jaren werken talentvolle mensen bij NPO voor een veel lager salaris dan dat zij bij een niet-publieke omroep zouden kunnen opstrijken. Neem de overstap van Jinek naar RTL van afgelopen jaar, waarbij zij naar verluid 4 tot 5 keer zo veel ging verdienen (bron superguide). Met het wegvallen van de reclame-inkomsten, wordt het voor NPO nog lastiger om deze sterren vast te gaan houden. Een grote uitloop van sterren dreigt daarmee voor de publieke omroep. Ook zou het aantrekken van nieuw talent daarmee nog lastiger worden, omdat de niet-publieke omroepen meer kunnen bieden.
Feest bij de commerciële omroep
Meer en duurdere reclame bij andere omroepen is een logisch gevolg van deze maatregel. Schaarste verhoogt de prijzen en ook zullen de niet-publieke omroepen dankbaar in het gat springen dat nu gecreëerd wordt. TV-reclame zal daarmee steeds meer gaan toebehoren aan grote organisaties met voldoende budget om deze prijzen te betalen.
Nieuwe media
Ook bij de online social media kanalen kan de vlag uit. Doordat reclame duurder zal worden, zullen steeds meer bedrijven de online budgetten omhoog gaan bijstellen. Op deze manier kunnen zij bijvoorbeeld via populaire kanalen op Youtube adverteren of via TikTok hun merk alsnog in beeld brengen een jongere doelgroep. Van minder reclame rond de kinderprogramma’s op TV naar nog meer beïnvloeding van de jeugd online, lijkt een logisch gevolg van deze keuze.
Conclusie
Het afbouwen van de reclame bij NPO lijkt ons niet raadzaam, het creëert een omroepbestel dat nog meer, dan nu al het geval is, afhankelijk zal zijn van steun vanuit de overheid om zijn eigen broek op te houden. Het jaagt de sterren weg naar andere zenders en het maakt TV-reclame minder toegankelijk voor kleinere organisaties. De grotere merken zullen hierdoor steeds minder concurrentie ondervinden.